dinsdag 2 januari 2018

Reisverslag Gran Canaria


De volgende dag is het ’s morgens vroeg opstaan voor het vertrek naar het Canarische eiland Gran Canaria. We nemen een binnenlandse vlucht, verzorgd door de vluchtmaatschappij Binter. Op de instapkaart staat geen zitplaats aangegeven. Je mocht in het vliegtuig zitten waar je wou. De vlucht duurt ongeveer 40 minuten. We vliegen over het noorden van Tenerife en zien de vulkaan El Teide liggen. Het noorden van het eiland Tenerife ziet er groen uit en het zuiden heeft een dor landschap.

Met een taxi rijden we van de luchthaven naar het hotel in Maspalomas. In de namiddag gaan we de omgeving gaan verkennen met zijn vele hotels en zijn Casino. Ik wandel langs de kustlijn naar de vuurtoren in Maspalomas. Hier zien we op het strand prachtige zandsculpturen. Ook zie je hier veel Afrikanen, die handtassen, armbanden, hoeden en andere rommel verkopen. Ook zijn er Afrikaanse vrouwen die vlechten leggen in het haar van kinderen. Nadien wandel ik verder over het strand en naast de duinen van Maspalomas en kom dan terecht in Playa del Inglés, aan de andere kant van de zandduinen. Hier vindt men ook talloze hotels, restaurants, cafés en winkels. Nabij Playa del Ingles bezoek ik nog de botanische tuin van Maspalomas. Het is wel leuk om er even doorheen te wandelen en heb hier hele aparte bomen en planten gezien. Na de wandeling geniet ik nog van een frisse Spaanse pint op een terrasje naast de vuurtoren.

De volgende dag vertrekken we op excursie en brengen eerst een bezoek aan een Aloë Vera plantage. Aloë Vera is een vetplant die opvalt met zijn dikke en puntige bladeren. Hij is afkomstig uit Zuid Afrika maar wordt wereldwijd al eeuwenlang gebruikt en gewaardeerd om zijn vele geneeskrachtige eigenschappen. De Aloë Vera plant is gebruikelijk in subtropische klimaten, hoog in zonuren en laag in regenval zoals de Canarische eilanden. De vulkanische grond met vele mineralen is ideaal voor de Aloë Vera plant. Ook ’s nachts zijn er geen lage temperaturen, wat ook ideaal is voor de planten. Hier krijgen we een demonstratie hoe ze uit de plant een gel maken. Aloë Vera wordt meer en meer gebruikt. Van huidverzorging en spijsverteringsproblemen tot het bestrijden van overgewicht en ongezond buik vet. Deze plant heeft zijn geneeskrachtige werking te danken aan de vele gezonde voedingsstoffen die men erin aantreft. In de winkel tref je verschillende hand crèmes aan. Eigenlijk een compleet assortiment voor het bereiken van een betere gezondheid en schoonheid. Er zijn producten tegen brandwonden, hoofdpijn, spierpijnen en andere kwalen te vinden. Ik ruik verschillende geuren die je ook kan ruiken in een sauna of bij massage van sportlui.

Daarna rijden we naar de Pico de Bandama op 596 m hoogte. Hier zien we een perfect gevormde krater van ca 1000 m breed en 200 m diep. Het heeft wanden van vulkanisch gesteente, met in het midden een vruchtbaar dal. Hoewel de vulkaan al honderden jaren “slaapt”, wijst een “hotspot”, vlak onder de oppervlakte, erop dat hij elk moment weer kan uitbarsten.

Bij het terug naar beneden rijden met de bus komen we een andere bus tegen die naar de top aan het rijden is. Het is niet mogelijk op die plaats elkaar te kruisen. Onze bus zal een beetje achteruit moeten rijden opdat de andere bus ons kan passeren.

Nadien rijden we naar het plattelandsstadje Teror, waar oude huizen in historische wijken artistieke balkons en idyllische patio’s hebben. Veel gevels zijn versierd met een wapen. Teror heeft karakteristieke kalk witte gevels en fraai bewerkte houten balkons, waaraan het de bijnaam ‘Balkonstad’ dankt. Teror is een stad om door zijstraten te slenteren, of op een beschaduwd plein te zitten en de versierde huizen te bewonderen. We maken een wandeling naar de basiliek. Je ziet telkens opnieuw andere details in de kunstig gesneden houten balkons. De hoofdstraat eindigt op een groot, open plein voor de Basiliek de Nuestra Senora del Pino. Hier wordt Virgen del Pino (= Onze Lieve Vrouwe van de Pijnboom) vereerd. Dit belangrijke gebouw staat op een plaats waar de maagd Maria aan enkele herders zou zijn verschenen. Maria is in de 15de eeuw verschenen en is sedertdien de beschermheilige van het eiland. De Basiliek is in 1760 gebouwd op de fundamenten van oudere kerken. Het beeld van de Maagd Maria dateert van vlak na haar verschijning in de vijftiende eeuw. Het complex historische gebouwen achter de basiliek omvat het voormalige bisschoppelijk paleis. Dit gebouw wordt nu voor culturele doeleinden gebruikt. Bij het buitenrijden van Teror zien we nog een klooster met zijn kloostermuren.

We rijden over een nieuw stuk autoweg waar men in totaal 9 jaar aan gewerkt heeft. Men heeft immense bruggen moeten bouwen, tunnels moeten aanleggen, explosieven moeten gebruiken om een weg in de bergen te maken. Men heeft netten aangelegd om vallende stenen op te vangen en dus niet op de autoweg terecht zouden komen. Bij het rijden op de autoweg zien we op de bergflanken vele verschillende gekleurde huizen. Sommige burgemeesters laten toe dat de huizen mogen geschilderd worden. Op andere plaatsen is het verboden en mag het niet en zie je dus enkel wit gekleurde huizen.

Nabij de haven Puerto de las Nieves (haven van de sneeuw) gaan we naar een restaurant en daar heb ik een vissoep en gegrilde zeebaars gegeten. Het eten was lekker hier. De traditionele keuken van de Canarische eilanden is goed vertegenwoordigd met gofio, zoute aardappeltjes, heerlijke sauzen en allerlei soorten gebakken vis. Na het eten maak ik nog een wandeling in de haven. Het was ooit de belangrijkste haven van het eiland, maar in de 19de eeuw nam de nieuwe haven in Las Palmas die positie over. Door het ontbreken van grote zeeschepen is de sfeer in deze charmante haven, met allemaal dezelfde lage, wit met blauwe huisjes, behouden gebleven. Je kan hier het drukste strand zien Playa de Las Nieves. Dit strand ligt tussen de nieuwe jacht- en vissershaven en de oude haven.

Na het middageten rijden we door het dorp Agaete en je merkt dat het hier stil is. Dit komt omdat de bewoners hun middagsiësta doen. We komen aan in de vallei van Agaete en stoppen bij het domein Finca La Laja, waar er een koffieplantage is. Dit is de enige koffieplantage die je kan vinden in Europa. Je kan hier rustig kuieren tussen de druivenranken, sinaasappel-, avocado- en mangobomen, maar ook gewoon genieten van een heerlijke wijn of ter plaatse verbouwde koffie. We krijgen hier uitleg over de werking van het bedrijf en de verschillende gewassen. Appelsienbomen gaan tot ongeveer 50 à 60 jaar mee en na 12 jaar hebben ze de eerste pluk van appelsienen. De koffieplanten krijgen groene bessen, die dan later rood worden. Ze worden vervolgens handmatig geplukt om later in een grote ton te drogen worden gelegd. Men gaat vooral ’s nachts plukken omdat de temperaturen dan koeler zijn. Tot die fase is er nog steeds geen lekkere koffiegeur. Dat proces gebeurt pas later bij het branden van de bonen.

Wat we op deze plantage ook nog mochten doen was wijn proeven en zelf een sausje “Mojo rojo” maken. Mojos zijn typische koude Gran Canaria sauzen op basis van knoflook, olie, azijn, komijn, zout, rode peper en paprikapoeder. Ze begeleiden vele Canarische gerechten en hebben een pikante smaak. Een rode saus wordt vooral gebruikt bij vlees en aardappelen. Een groene saus of “Mojo verde” wordt gebruikt voor visgerechten en wordt gemaakt met oa koriander of peterselie. Wij aten het sausje hier met stukjes kaas, aardappel in de schil en toastjes, maar het kan uiteraard ook bij verse vis of stevig vlees. Men begeleide ons met het vullen van de juiste ingrediënten in het potje met stamper. Daarna mochten we eens goed stampen in de pot. Heel leuk!

De volgende dag ga ik met een taxi naar het Palmitos Park, waar je kan genieten van verschillende dieren. Bij het naderen van het park krijg je de indruk dat je je bevindt in een mini Gran Canyon. Palmitos Park is erg leuk om te bezoeken wanneer je op Gran Canaria bent. Het park is in 2008 opnieuw geopend, nadat het in 2007 was getroffen door brand. Alle dieren hebben tijdens de renovatie gelogeerd op het Loro park op Tenerife. Het Palmitos Park bestaat uit verschillende onderdelen, zoals een vogelpark, vlinderkassen, orchideeënhuis, aquaria, dolfinarium en een apeneiland. Het park is gelegen op berghellingen, waardoor er vanuit allerlei plaatsen op het park adembenemende uitzichten zijn. Er zijn goede wandelpaden, tussen de palmen en de vele verschillende soorten cactussen en vetplanten.

In het vogelpark vind je soorten vanuit alle werelddelen, zoals flamingo’s, struisvogel, toekans, neushoornvogels, pelikanen, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse vogels in de botanische tuin. Vooral de papegaaiachtige zijn opvallend aanwezig. Op andere plaatsen in het park kom je kangoeroes, schildpadden, slangen, kaaimannen, reptielen en vele andere exotische dieren tegen. Ook het zien van de vele verschillende gekleurde tropische vissen in de aquariums is indrukwekkend. Hier zie je tussen het koraal onder andere de koraalduivel en clown-vissen.

Op het apeneiland kan je verschillende soorten primaten zien. Zo zijn er 2 gibbons en 3 orang-oetans. Het eiland is zo ingericht dat de dieren zo natuurlijk mogelijk kunnen leven. Je ziet ze van de ene tak naar de andere tak zwieren aan hun lange armen.

Ik ben in het park naar een amfitheater gegaan, dat boven op een berg ligt en waar er voorstellingen worden gegeven met roofvogels. Je ziet hier de arenden en valken hoe die in vrije vlucht hun nepprooi vangen.

Daarna ben ik naar het dolfinarium geweest om naar een dolfijnenshow te kijken. De tribunes bieden plaats aan 1500 toeschouwers en je hebt er uitstekend zicht op de show en er is een prachtig uitzicht over de kloof van Palmitos. Tijdens de show kan je genieten van deze leuke, intelligente dolfijnen die mooie sprongen maken op muziek. Er wordt door de begeleiders van de show veel verteld over de dieren en hun gedrag.

Er was hier ook nog een show met papegaaien, maar deze heb ik niet gezien. Na het bezoek aan het park ben ik met een taxi teruggereden naar het hotel. In de vooravond ben ik met een bus naar de hoofdstad Las Palmas gereden om vooral kennis te maken met de tapas cultuur in het oude stadscentrum. Las Palmas is de enige plaats op de Canarische eilanden met een groot stadsgevoel. Las Palmas ligt als een lange, slanke hagedis over het noordoostpunt van het eiland. Door zijn vorm lijkt de stad nog groter dan hij al is. Van de oude stad tot het moderne centrum is het meer dan 5 km.

Eerst stoppen we aan het Santa Catalina park dat het middelpunt van de toeristische wijk van Las Palmas is. Eerst wandel ik richting de haven waar je een winkelcentrum kan vinden. Op een plein kan je jongeren met hun bmx fietsen hun kunstjes zien tonen aan anderen. Op verschillende plaatsen op straat zie je de verkoop van loterij biljetten. Vervolgens wandel ik naar het strand Playa de las Canteras, wat zich aan de andere kant van het Santa Catalina park bevindt. Het ruim 3 km lange zandstrand ligt in een beschutte baai, beschermd door een natuurlijke rots barrière. Ik kom ook de kerk Santa Maria del Pino tegen. Opvallend was wel de volledig rode kleur van de kerk. In de straten zie je ook nog verschillende telefooncellen. Op het Santa Catalina park zaten verschillende oudere bewoners tezamen, die domino of kaart aan het spelen waren.

Nadien rijden we door naar Vegueta, het oudste deel, met geplaveide straatjes, schaduwrijke pleinen en koloniale architectuur. Dit stadsdeel werd al in 1478 gesticht door kapitein en veroveraar Juan Rejon op een door palmen (Las Palmas) omzoomde weide (Vegueta) aan het einde van de kloof Guiniguada. We maken eerst kort een wandeling door het oude stadcentrum. We zien hier Casa de Colon dat behoort tot het mooiste koloniale gebouwen van de Canarische eilanden. Casa de Colon is in 1977 opnieuw opgebouwd. Het huis dat er daarvoor stond, was één van de eerste gebouwen die na de Spaanse verovering in 1478 in Las Palmas werden gebouwd. Historici verschillen van mening over de vraag of Christoffel Columbus, naar wie dit huis is genoemd, ooit een voet in dit huis heeft gezet. Opmerkelijk is ook de kathedraal Santa Ana dat met haar classicistische gevel de skyline van Vegueta domineert. De kathedraal ligt aan het door palmen omzoomde Plaza de Santa Ana. Op dit plein waren er momenteel repetities bezig voor een openlucht theatervoorstelling. De bouw van de kathedraal begon in 1497 en duurde meer dan 400 jaar, met als gevolg een vreemde en eclectische mengeling van gotiek, renaissance, barok en neoklassiek. Tegenover de kathedraal kan je het oude stadshuis bewonderen. Naast de kathedraal staat er een gebouw dat vroeger in de 15de eeuw een ziekenhuis was. Bovenaan de huizen zien we kanonnen uit de buitenmuur komen. Deze werden gebruikt voor de afvoer van water op de daken. Het is eigenlijk wel leuk om door deze straatjes in de oude stadswijk te slenteren.

Nadien gaan we naar een bar waar we verschillende kleine hapjes kunnen proeven met een drank. De verschillende schotels staan opgesteld in de bar naast elkaar. De straat in de oude stadswijk is afgezet opdat de mensen buiten kunnen zitten. Het is aan te raden om vervolgens naar een andere tapas bar te gaan en daar de kleine hapjes te proeven. Als het donker wordt zijn er al veel mensen hier in de straten en in de verschillende tapas bars. Er heerst hier wel een leuke sfeer. ’s Avonds laat keren we met de bus terug naar het hotel.

De volgende dag ga ik terug met een excursie naar de hoofdstad Las Palmas. Eerst bezoeken we een rum fabriek Arehucas nabij de hoofdstad. Onderweg hiernaar zien we langs de rijweg verschillende fitnesstoestellen staan. Iedereen kan het gebruiken met als moto “fit for free”. Eigenlijk gebruiken weinig mensen deze toestellen.

Voor de rum fabriek zien we een standbeeld van de stichter. Eerst komen we in een ruimte waar enorm veel vaten liggen met rum om te rijpen. Hierop staat de productiedatum, het alcoholpercentage en een serienummer. Rond de houten vaten zitten er metalen banden. Op sommige vaten zie je de handtekening van beroemde mensen die ooit de fabriek hebben bezocht. Zo zag ik handtekeningen van oa Tom Jones en Julio Iglesias. Verder zien we hier de verschillende ketels, die gebruikt worden voor fermentatie en destillatie in het productieproces. Ook kunnen we kijken in de fabriekshal waar ze de flessen vullen en inpakken in dozen. Er is hier ook een werkplaats waar ze de vaten herstellen als er scheuren zichtbaar zijn. Verder krijgen we een film te zien van het productieproces van suikerriet tot de rum fles. Op het einde van de toer kunnen we rum en likeuren proeven en kopen. Vooral de likeur met banaan, chocolade en stroop zijn lekker.

Nadien gaan we eerst naar het uiteinde van het strand Playa de las Canteras. Hier hadden we vrije tijd en was het mogelijk om winkelcentrums te bezoeken. Het winkelcentrum Las Arenas is het bekendste. Ik zag hier een bus stoppen met een uitschuifbaar platform opdat rolstoelgebruikers op de bus konden rijden.

Vervolgens rijden we naar het oude stadscentrum, dat ik reeds de vorige dag had bezocht. Hier hadden we terug vrije tijd om rond te lopen. Eerst ben ik terug naar de kathedraal Santa Ana gegaan en heb een lift genomen om boven op de kerk een mooi uitzicht te hebben op Las Palmas. Aan de ene kant kan je de zee zien en de haven. Aan de andere kant zie je op de verschillende heuvelruggen veel gekleurde huizen staan. Zeker een aanrader om een mooi en fantastisch beeld te hebben van de stad Las Palmas. Links naast de kathedraal zie je panelen waarop een ontwerp stond getekend voor een uitbreiding van de kathedraal aan de linkerkant. Op deze nieuwe bouwplaats hebben ze skeletten gevonden en zijn er nu archeologen op het terrein aan het werk. Aan de achterkant van de kathedraal zie ik een clochard liggen.

Ditmaal ben ik ook binnen geweest in het huis van Columbus “Casa de Colon”, dat een prachtige voorgevel heeft en voorzien is van magnifieke houten balkons. Hier kan je het museum vinden met meerdere prachtige themazalen en interessant materiaal over Columbus en zijn reizen. Modelschepen en middeleeuwse kaarten illustreren de geschiedenis van de grote ontdekkingsreizen. Op de kaarten kan je de verschillende vaarroutes zien naar de nieuwe wereld. Bijzonder de moeite waard zijn een reconstructie van het achterdek van Columbus schip, het logboek van Columbus eerste reis naar de nieuwe wereld en met een aantekening over hoe hij Las Palmas aandeed voor reparaties. De bovenzalen bevatten exposities over de geschiedenis van Las Palmas, en een verzameling 16e-20e -eeuwse schilderijen.

De inwoners van Gran Canaria gaan niet te treurig door het leven. Hun feestkalender is het hele jaar gevuld. Kerkelijke feesten zijn van grote betekenis. Het grootste feest is zonder twijfel carnaval.

De volgende dag gaan we met een minibusje het zuidwesten en centrale bergland van Gran Canaria gaan verkennen. De verschillende minibusjes verzamelen zich op een welbepaalde plaats. De reisbegeleider Kenneth voor deze excursie was toch wel een opvallende figuur. Hij zou ons allemaal op een lijntje zetten om ochtendgymnastiek te doen en ons wakker en enthousiast te maken. Hij zorgde voor veel animo. In elke minibus was het mogelijk zijn uitleg te horen. Witgekalkte bergdorpen, vulkanische kraters en oeroude landschappen vormen het achtergronddecor tijdens deze rit. In de rotsformaties zien we verschillende stukken met afwisselende kleuren. We zien ofwel een gele, rode of groene kleur in het gesteente. De gele kleur wijst op de aanwezigheid van zwavel, de rode op de aanwezigheid van ijzer en de groene op de aanwezigheid van koper. Het geheel zorgt wel voor een mooi uitzicht in deze rotsformaties. Onze eerste stop is aan het restaurant Las Canadas. Hier was het mogelijk om een klein museum te bezoeken. Hier kon je oa oude werktuigen, oude naaimachines, verschillende radio’s en meubelen zien.

We rijden nu door het gehucht Molino de Viento. Dit dorpje is vernoemd naar de gelijknamige windmolen die je hier aantreft. Deze molen is één van de laatste en fraaiste windmolens die je op het eiland Gran Canaria aantreft. De molen stamt uit het einde van de achttiende eeuw. Nadat de molen rond het jaar 1870 afbrandde heeft het meer dan een eeuw als een ruïne in het dal van Mogán gestaan. Met behulp van sponsoring door een grote bank is de molen in het jaar 1998 helemaal gerestaureerd. Rondom de molen is een fraaie cactustuin aangelegd. In deze botanische tuin staan enkele metalen kunstobjecten zoals een gigantisch strijkijzer en een koffiepot. Molino de Viento ligt in de Barranco de Mogán, het dal van Mogán. Dit dal behoort tot de meest vruchtbare van het zuidelijke deel van Gran Canaria. Tijdens de rit door deze streek worden we dan ook getrakteerd op een overweldigende variatie aan fauna. De diversiteit aan planten, bloemen, bomen en cactussen die je onderweg aantreft zou in een botanische tuin niet misstaan.

Dan gaat de reis door naar het midden van het eiland. We rijden nu op kronkelende en steile wegen. Onderweg passeren we een aantal mooie stuwmeren. Op Gran Canaria zijn een aantal grote stuwmeren gelegen, waarvan het stuwmeer Soria en het stuwmeer de las Ninas tot de grootste en mooiste behoren. We rijden in een bergkloof en maken een stop bij een stuwmeer en zijn dam. Het landschap is echt prachtig en indrukwekkend. Door de droogte en de grote instroom van toeristen is er echter een enorm tekort aan water. Men heeft hier in het zuiden gemiddeld maar 9 regendagen per jaar. Je merkt wel dat het water aan het zakken is door de witte aflijning op de rotswand. Vroegere jaren stond het waterpeil veel hoger. Roep op deze plaats in groep maar “Hasta la vista” en je hoort de echo hiervan.

We rijden verder en zien een verkeersbord van overstekende koeien. Te gek. Hier zijn gewoon geen koeien en weiden om te grazen. Een beetje verder zijn we wel een geitenboerderij tegen gekomen. We maken een korte stop in het kleinste dorp waar er maar 11 inwoners wonen. Vervolgens zetten we onze reis verder naar Cruz de Tejeda. De bergpas Cruz de Tejeda, op ca 1500 m hoogte, is altijd een soort trefpunt geweest (voor pelgrims, schaapherders en handelaren) en tegenwoordig het doel van bijna alle toeristische bussen. Vanaf dit punt lopen de wegen stervormig in alle richtingen van het eiland. We zien hier een stenen kruis dat het hoogste punt van de pas markeert. Overdag heerst er rondom het stenen kruis een bazaarachtige sfeer. ’s Avonds is de sfeer er heel anders en kun je onder Canarische pijnbomen en kastanjes dwalen en genieten van het uitzicht op de vlakte van San Mateo. Hier gaan we naar een restaurant voor het middageten en krijgen we een typisch Canarische maaltijd. Na het middageten rijden we naar het hoogste punt Pico de las Nieves. De Pico de las Nieves is 1949 meter hoog en ligt in het midden van het eiland. De berg maakt deel uit van een vulkanische rotsformatie. Vanaf daar ziet men het grote deel van het eiland, dat erkend is als biosfeerreservaat door Unesco, met een oneindig aantal diepe ravijnen en scherpe bergkammen, bedekt met vegetatie en gekroond met vulkanische knobbels in raadselachtige vormen.

Bizarre rotsen als Roque Nublo zijn karakteristiek voor het eiland. Dit zijn resten van eerder afgesleten reuzen. Het rondom liggende gesteente is door erosie verdwenen, alleen de hardere delen van voormalige vulkanen bleven bestaan. De karakteristieke rots en zijn slanke silhouet is van ver te zien.

In het noorden van Gran Canaria heb je meer bossen met pijnbomen. Hier is er meer groen omdat ze in het noorden gemiddeld meer regendagen hebben per jaar.

In Valsequillo, in het hart van het eiland Gran Canaria, bevindt zich het bijzondere natuurreservaat van Los Marteles. Onze laatste stop tijdens deze excursie is het uitkijkpunt op de krater de Los Marteles. Het landschap van de Caldera de los Marteles, ontstaan toen hete vulkaanas en magma in contact kwam met een ondergronds waterreservoir, is een van de grootste geologische schatten van dit natuurreservaat. Afgezien van de uitgedoofde vulkaankrater zijn indrukwekkende rotsformaties te zien, die zijn gebeeldhouwd door erosie. Op de rand van de krater zien we de Agave plant met een lange stengel, waar je bovenaan een groot aantal gele bloemen ziet. Nadien nemen we afscheid van onze toffe reisbegeleider die ervoor zorgde dat het een eerste klasse excursie was. Alle andere excursies waren volgens hem maar tweede klasse. Vervolgens keren we terug naar ons hotel.

De volgende dag vertrekken we met de bus naar de haven van Puerto Rico. Een zandstrand, een kunstmatige jachthaven en veel beton. Dat is de in het zuiden van Gran Canaria gelegen badplaats Puerto Rico. Tegen de heuvels omhoog zie je grote hoeveelheden hotels en appartementen. Dit patroon is tot zo'n twee kilometer landinwaarts te zien. Omdat vrijwel alle gebouwen wit van kleur zijn lijkt het net een grote betonnen muur die afsteekt op de donkere vulkanische heuvels. Puerto Rico kent geen sfeervolle straatjes, geen fraaie dorpspleinen en geen authentieke gebouwen die de moeite waard zijn om te bekijken.

De naam van Puerto Rico betekent letterlijk 'Rijke Haven'. De haven van Puerto Rico is de plek die eigenlijk het meest de moeite waard is. Dit omdat je van hieruit de lijnboot kunt nemen naar Puerto de Mogán of Arguineguín. We zijn hier om op een boot te gaan, die gaat varen naar het leefgebied van dolfijnen en walvissen. Deze boottocht zal ongeveer tweeëneenhalf uur duren. De boot heeft onder water een glazen venster om de dolfijnen volledig onder water te kunnen zien. Een walvis hebben we niet gezien, wel zijn er vele dolfijnen in dit gebied waar we ten volle van kunnen genieten. Het uiteinde van de snuit en de lippen van volwassen dolfijnen zijn wit. Het lichaam van dolfijnen is bedekt met vlekken, die in aantal en grootte toenemen naarmate het dier ouder wordt. Jonge dieren zijn ongevlekt. De eerste vlekken ontwikkelen zich op de buik. De vlekken op de buik zijn donker, op de flanken en de rug licht.

De korte afstand van de Canarische eilanden tot het Afrikaanse continent en het koude water van de golfstroom zorgen voor een grote hoeveelheid voedingsstoffen, waardoor een groot aantal walvisachtigen en dolfijnen in dit gebied voorkomt. De diepte is ook een bepalende factor in de voeding van sommige soorten. Door grote diepteverschillen in de zee ten zuiden van Gran Canaria ontstaan er grote stromingen die een grote hoeveelheid voedingsstoffen naar de oppervlakte brengen.

Na het spotten van de vele dolfijnen keren we terug en houden we een stop aan een baai waar je kan zwemmen. Na deze stop varen we terug naar de haven van Puerto Rico. Met de bus keren we terug naar het hotel. Ik merk op dat de grote oppervlakte van de golfterreinen hier enorm groen liggen. Er zijn hier in het zuiden weinig regendagen per jaar. Men moet ze dus elke dag goed besproeien om ze zo groen te krijgen.

In de namiddag maken we een wandeling van Maspalomas naar Playa del Inglés. Ditmaal wandel ik door de duinen van Maspalomas. Ten westen van de duinen ligt La Charca, een brakke lagune met rietvelden en moerassen, met een grote verscheidenheid aan nestelende vogels. In de monding van de lagune strekt zich een Canarisch palm bos uit tot het gebied dat El Oasis wordt genoemd. Rondom de beschermde lagune Charca de Maspalomas heeft zich een gordel van schelpen gevormd, die voor veel vogels een belangrijk leefgebied is geworden. Het unieke duinlandschap van Maspalomas behoort tot de grootste attractie van het eiland. Het gaat hier om zich verplaatsende stuifduinen: de constant waaiende noordoostelijke passaat zorgt dat het zandzee per jaar 2 tot 5 m in westelijke richting oprukt, totdat de duinen zich door gewicht en begroeiing zo vast hebben genesteld, dat de beweging eruit gaat. Deze golvende heuvels en dalen beslaan 4 km² tussen Maspalomas en Playa del Inglés. De duinen zijn vrij toegankelijk en maken deel uit van een beschermd natuurgebied. Je mag zonnebaden, maar geen planten plukken, het dierenleven verstoren of stenen meenemen. De duinen van Maspalomas zijn namelijk een bedreigde biotoop: winterstormen, die het eiland hard treffen en het zand van het strand en van de duinen ver in zee blazen, veroorzaken enorme problemen. Zonder zand zijn er geen duinen: deskundigen van de universiteit van Las Palmas hebben al berekend dat de duinen nu lager zijn dan veertig jaar geleden. Als het zandverlies zo doorgaat, bestaat het gevaar dat de helft van het huidig gebied over enkele eeuwen is verdwenen. Dat komt niet zozeer door de winterstormen, maar ook door de enorme bebouwing van de kust, die verhindert dat de duinen zich, zoals vroeger, kunnen verplaatsen. En last but not least laten duizenden duinwandelaars dag in, dag uit hun sporen na. Daarom wordt er nog altijd gediscussieerd over het sluiten van het gebied.

Gelukkig heb ik nog een wandeling kunnen doen. Ik had voldoende water bij omdat de felle zon het risico op uitdrogen vergroot. Bij het opklimmen van een duinheuvel was het even schrikken dat er een man volledig naakt lag te zonnen op de top van de duin. Het zijn vooral homo’s die je hier in de duinen kan aantreffen. Enkel op het strand tussen Maspalomas en Playa del Inglés is er een naaktstrand waar het toegelaten is dat je naakt kan zonnebaden. Vanaf de westrand kun je een kamelentocht maken. De milieuactivisten keuren dit af, omdat deze tochten een negatief effect op het kwetsbare ecosysteem zouden hebben. Gelukkig kon ik palen zien met een blauw geverfde streep, die de juiste weg door de duinen aangaf. Kwam je bij een paaltje aan dan was het zoeken naar het volgende paaltje. Soms moest je zelfs nog een beetje doorwandelen om terug een paaltje te zien. Best doe je stevige wandelschoenen aan en niet je teenslippers. Je zou ze kwijt kunnen geraken in het zand. We komen veilig aan in Playa del Inglés. De naam van Playa del Inglés verwijst naar de Engelsen, die een eeuw geleden al de voorhoede vormden van het massatoerisme, waardoor de Canarianen zich snel aanwenden om elke buitenlandse gast Engelsman te noemen. Eigenlijk merk je dat deze regio zich heeft ontwikkeld heeft tot één groot vakantiepretpark. De stad bestaat uit vele grote hotels, bungalows, appartementencomplexen, inkoopcentra, casino, talloze restaurants, cafés en discotheken. Na verkenning van Playa del Inglés keren we terug naar het hotel in Maspalomas.

Voor de jeepsafari moeten we eerst naar het Holiday World Fun park, waar de verzamelplaats is van alle mensen die de jeepsafari meedoen. Holiday World Fun park is een pretpark hier in Maspalomas. Hier worden de groepen gevormd per jeep. Vervolgens vertrekken we in colonne richting Arguineguin en rijden daarna naar het prachtige binnenland. Je merkt dat het vandaag drukkend heet is en als je in de jeep zit voel je hete lucht op je gezicht. Als je in de berglandschappen rijdt merk je dat het mistig is. Dit is uiteraard niet mist, maar de calima of een wind vanuit de Sahara die stof en zand uitstrooit over het eiland. Normaal is er 60% luchtvochtigheid in de lucht, maar het zand neemt de vochtigheid uit de lucht waardoor er een hittegolf is. Tijdens de jeepsafari stoppen we op verschillende uitzichtpunten. De wegen slingeren zich door de bergen. De bestuurders van de jeeps nemen snel de haarspeldbochten omhoog. Doe je gordel maar om en hou je stevig vast. We zien weer verschillende dammen en meren. In het baanrestaurant Casa Fernando, waar we een pauze houden, geniet ik van een verfrissende fruitdrank met exotische vruchten. Een verfrissende drank die wel erg welkom was.

Vervolgens stoppen we in de Barranco van Guayadeque. Het is een verborgen juweel van de natuur en van de folklore van het eiland Gran Canaria. Dit grote ravijn met een lengte van 15 kilometer dat in het zuidoosten van het eiland ligt, fascineert de bezoeker vanwege zijn woeste landschap en vanwege de hellingen die bedekt zijn met inheemse begroeiing en het kronkelende verloop. Op de steile bergflanken zien we grotwoningen. Er zijn hier talrijke natuurlijke grotten die aangepast zijn als woningen.

Soms verlaten we de gebetonneerde wegen en komen we terecht op verharde aarde wegen in het bos. Ondertussen is er een cameraman van het jeepsafari team aan het werk die alles vastlegt. Blijven lachen en zwaaien naar de camera is de boodschap. Door op deze verharde aarde wegen te rijden ontstaat er een grote stofwolk. Het is best om een doek voor je neus en mond te houden om het stof niet in te ademen.

Na het middageten rijden we verder richting Fataga. De prachtige berglandschappen waar we langs rijden verwennen onze ogen. We komen aan in het kamelenpark Arteara, dat zich bevindt na het dorp Fataga. Hier zie je de verschillende kamelen hun middagdutje nog doen. Straks mogen ze werken en mij meenemen voor een tochtje heen en terug van een half uur. Aan elke kameel (of eigenlijk dromedaris) hangen aan de zijkanten een soort stoeltje waar je op kan zitten. Je zit dus met 2 personen op een kameel, ieder aan een kant. Beide personen gaan het best tezamen op hun stoel zitten. We vertrekken en elke kameel loopt achter elkaar. Je voelt in je nek de adem van de kameel achter je tijdens de rit. De kamelen dragen allemaal een muilkorf. Het hobbelt wat op en neer, maar een echt reisorgasme van deze kamelenrit krijg je niet. Na dit avontuur keren we terug naar het hotel.

Op de laatste dag van mijn verblijf op Gran Canaria gaan we eerst met de bus naar de markt van Arguineguin. Op dinsdag is er de wekelijkse markt van Arguineguín. Deze wordt gehouden in het havenkwartier en begint rond 8 uur 's morgens. Rond een uur of twee worden de laatste kramen gesloten. Naast vis, kaas en allerlei lokale lekkernijen wordt hier ook redelijk wat toeristische zooi verkocht. Het publiek op de markt bestaat dan ook voor de meerderheid uit toeristen die in de omgeving verblijven. In de verschillende winkelcentrums op Gran Canaria heb ik geen winkels gevonden die muziek CD’s verkopen. Hier op deze markt was het wel mogelijk om muziek CD’s te kopen. Ik ben buiten de markt de stad gaan verkennen. Eigenlijk is het een saai dorp zonder enige noemenswaardige bezienswaardigheden. Ik heb geen sfeervolle straatjes kunnen ontdekken en ook geen fraaie bouwwerken.

Nadien rijden we naar de haven van Puerto Rico en nemen daar een lijnboot die ons naar Puerto de Mogan brengt. Men noemt het ook het Venetië van Gran Canaria. Puerto de Mogan is een pittoresk havenstadje, ontworpen door de kunstenaar Ralph Neville. Deze kleine plaats ligt in de monding van Barranco de Mogan, één van de vruchtbaarste dalen van het eiland en heeft de afgelopen decennia een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Begin de jaren 1980 woonden hier maar een paar vissers met hun gezinnen. Nu is het een exclusief verstedelijkt gebied met een elegante jachthaven als middelpunt. De haven van Mogan was vroeger de enige weg voor de toenmalige bewoners om in contact te komen met de andere inwoners van Gran Canaria.
De witte huisjes van Puerto de Mogan zijn het kenmerk van dit stadje. Twee verdiepingen tellende witte huisjes met kleurig afstekende kozijnen en deuren omzomen de autovrije steegjes. Bruggetjes overspannen de smalle kanaaltjes. Ze zijn rijkelijk versierd met kleurige bloemen zoals de Hibiscus, Bouganvilla, Tumbergia en de meest gekende bloem van de Canarische eilanden, de Esterlizia. Een wandeling door de schilderachtige straatjes brengt u bij souvenirwinkels, een kaarsenwinkel, prachtig vormgegeven pleinen, restaurants en bars met terras. De Venetiaans aandoende wijk is heel stijlvol.

Hier en daar zie je huizen die werkelijk over de grachten zijn gebouwd. Het oudste gedeelte van Puerto de Mogan bevind zich op de steile rots helling die begint aan een parking. Hier zie je nog authentieke huizen uit de tijd dat Puerto de Mogan is ontstaan. Het mooie oude centrum, met witgekalkte huisjes en met kinderkopjes geplaveide steegjes, brengt je terug naar vervlogen tijden.

Na dit bezoek keren we met de lijnboot terug naar de haven van Puerto Rico en vervolgens terug met de bus naar het hotel. In de namiddag maak ik nog een wandeling langs de zandstrand tussen Maspalomas en Playa de Inglés. Hier is er een zone voor naaktstrandgebruikers. Ik merk op dat er op het strand plaatsen zijn waar mensen zowel naakt als met badpak of zwembroek rondlopen. Nog een frisse pint aan het strand van Playa del Inglés en dan keren we terug naar ons hotel.

De reis op de Canarische eilanden komt aan zijn einde. De volgende dag is het vroeg opstaan om met de taxi naar de luchthaven van Gran Canaria te rijden. Het was een mooie reis met veel zon die mij een voldaan gevoel heeft gegeven. Ik heb genoten van de natuurpracht, de cultuur, het avontuur, de wandelingen, het eten en zoveel meer op het eiland La Palma en Gran Canaria. Het is een leuke vakantie geweest die ik anderen zeker kan aanbevelen. Ik dank alle begeleiders van de excursies en de verschillende leuke mensen die ik op reis ben tegengekomen. Mijn reisverslag maakt je misschien warm en geeft je inspiratie om voor deze reisbestemming te kiezen.