dinsdag 2 mei 2017

Informatie over La Palma en Gran Canaria


Santa Cruz de la Palma (La Palma)

De hoofdstad van La Palma is met ca. 20.000 inwoners de grootste plaats van het eiland. Santa Cruz ligt direct aan de Atlantische oceaan en was rond 1500 de springplank voor schepen die naar Amerika vertrokken. Nu wordt de haven slechts gebruikt voor wat vrachtvervoer (bananenexport) en de veerboot naar Tenerife en La Gomera. Je kunt Santa Cruz het beste in de ochtend bezoeken wanneer het nog rustig en koel is.

Het koloniale centrum van Santa Cruz bestaat uit nauwe straatjes en gezellige pleintjes met terrasjes. Ook aan de boulevard langs de oceaan vind je restaurantjes en café's. Verwacht overigens geen grote disco's en andere uitgaansgelegenheden zoals je die op sommige andere Canarische Eilanden vindt. Bijzonder zijn de Avenida Maritima en de Calle O'Daly met enkele bijzonder fraaie herenhuizen.

De Santa Maria was het schip van Columbus waarmee hij in 1492 Amerika ontdekte. Het Musea Naval in Santa Cruz is gevestigd in een soort van replica van dat schip. In het museum zijn voorwerpen te zien afkomstig uit de scheepvaart zoals kompassen en kaarten.

Las Palmas (Gran Canaria)

De stad ligt in het noordoosten van het eiland, aan de Atlantische Oceaan. Zoals de meeste Canarische eilanden heeft Gran Canaria een natte en een droge kant van het eiland. Waar de meeste toeristen de zonnigere en droge (maar ook deels kale) zuidzijde van het eiland opzoeken, is de veel nattere noordzijde, waar Las Palmas ligt, in trek bij de Canarianen. Er zijn populaire stranden dicht bij de stad: Playa de las Canteras en Playa de las Alcaravaneras. De stad heeft veel goedkope winkels, en is duidelijk minder toeristisch dan de steden in het zuiden van het eiland.

Vandaag de dag is Las Palmas een kosmopolitische stad met hotels, een universiteit met ongeveer 25.000 studenten, een theater, een concertgebouw, musea en een modern stadion. In de stad hebben vele landen een consulaat gevestigd.
In Las Palmas woont ongeveer de helft van de totale bevolking van Gran Canaria en is het de grootste stad van de Canarische Eilanden.

De stad werd in 1478 gesticht door Juan Rejón, na een strijd met de Guanches, de lokale bevolking. In 1492 maakte Christoffel Columbus een tussenstop op dit eiland, voordat hij voor de eerste keer westwaarts voer naar Amerika. Ook op de terugreis naar Spanje maakte hij hier een tussenstop. Het Columbushuis, Casa de Colon, herinnert hieraan.

Vulkanisme

Net als alle Canarische Eilanden is La Palma gevormd door vulkanische activiteiten. Dit heeft ongeveer drie miljoen jaar geleden plaatsgevonden. Het eiland heeft het actiefste vulkanisme van de archipel. De voet van het eiland ligt op 3500 m onder de zeespiegel en het hoogste punt ligt op 2426 m boven de zeespiegel.

Gran Canaria heeft ook een vulkanische oorsprong. Ongeveer 80% van de oppervlakte van het eiland ontstond tijdens het Mioceen, tussen 14 en 9 miljoen jaar geleden. De laatste vulkaanuitbarsting vond zo'n 3500 jaar geleden plaats.

Natuur (La Palma)

La Palma staat bekend als La Isla verde ("het groene eiland") en als La Isla bonita ("het mooie eiland"), omdat het eiland het gehele jaar door is bedekt met groene vegetatie. Het eiland dankt al het groen aan de passaatwinden die de wolken aan de loefzijde van het eiland brengen en die boven het eiland losbreken of dichte nevelvelden op de bergen laten zien. Verscheidene plantensoorten profiteren van het vocht van de wolken. Het eiland kent een aantal vegetatiezones, van lavavelden met mediterrane droogvegetatie, Canarische dennenbossen op de westelijke hellingen en hoogvlakten, laurierbossen of laurisilva op de noordoosthellingen en fayal-brezal op de overgangen tussen beide. Onder de plantensoorten op La Palma zijn er 170 inheemse, typisch Canarische soorten, waarvan onder andere de befaamde drakenbloedboom.

Het landschap beeldt een contrast van zwart (basalt), rood en groen (vegetatie) in het Atlantische blauw uit. In het noorden van het eiland de barranco’s, diepe uitgesneden kloven, die het water van de bergen naar de zee dragen, de bossen op de centrale bergen van het eiland en de vulkanische activiteit in het zuiden, de lavavelden en vulkaankegels.

Aan de noordzijde van de vulkanengroep 'Cumbre Vieja' bevindt zich de Caldera de Taburiente, een erosiekrater met een doorsnede van negen km waarin schitterende wandelingen gemaakt kunnen worden. Het woord caldera is oorspronkelijk hiernaar vernoemd; men ging er toen van uit dat het komvormige gebied was ontstaan door een explosie waarbij een grote vulkaan zichzelf opblies. Al in de 19e eeuw werd aan deze theorie getwijfeld, en onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat het gebied door erosie is ontstaan. De rand vormt met de Roque de los Muchachos het hoogste punt met 2426 meter.

Natuur (Gran Canaria)

Gran Canaria is een erg gevarieerd eiland. Het van oorsprong vulkanische eiland heeft bergen tot 2000m hoogte die doorklieft worden door prachtige ravijnen. Het binnenland is woest en ruig, en een oase van rust. Wandelaars en natuurliefhebbers kunnen hier genieten van mooie rotsformaties en adembenemende uitzichten vanaf de bergtoppen. Vanaf de toppen kan je zelfs de andere Canarische Eilanden zien, zoals Tenerife. De bergen zorgen ervoor dat het eiland 2 verschillende klimaten heeft. Het noorden is relatief nat en groen en het zuiden is erg droog. De mooiste berg van Gran Canaria is Roque Nublo, een markant rotsblok dat boven op een berg staat. Ondanks dat Gran Canaria de naam heeft dor en droog te zijn, zijn er een paar mooie (stuw)meren. Opvallend zijn ook de naaldbossen. Anders dan in de Alpen groeien de bomen hier boven de boomgrens. In de lage gebieden is het te droog. Op een bepaalde hoogte wordt het klimaat koeler en vochtiger, en hier gedijen de Canarische dennen goed. Hier en daar vind je groepjes Canarische dadelpalmen, die van nature alleen op de Canarische Eilanden voorkomen. Deze geweldige palmbomen zijn niet voor niets de meest aangeplante palmbomen ter wereld.

Op het zuidelijkste puntje vind je een enorm gebied met zandheuvels, de Dunas de Maspalomas, waar je het idee krijgt dat je in de Sahara bent.

Gran Canaria heeft een warm en zonnig, subtropisch klimaat. De temperatuur is het hele jaar vrij gelijkmatig door de vochtige noordoostpassaat (calisio), en de Canarische stroom, een aftakking van de Golfstroom.

In de bergen in het binnenland is het wat koeler en op de hoogste bergen kan enkele maanden per jaar zelfs wat sneeuw liggen. Tijdens de Calima (wind vanuit de Sahara over de Atlantische Oceaan) lopen de temperaturen op tot soms boven de 40 °C en hangt er een stofwolk van Saharazand boven het eiland.

Het zuiden van Gran Canaria ligt in de regenschaduw van de bergen, met als gevolg dat het daar droger en zonniger is dan in het noorden.

Geschiedenis La Palma

De oorspronkelijke bewoners van La Palma zijn de Benahoarieten waarvan de oorsprong nog steeds onbepaald is. Zij hadden een neolithische cultuur en waren verdeeld in verschillende stammen die geleid werden door stamhoofden. Zij noemden La Palma Benahoare. De belangrijkste overblijfselen van deze cultuur zijn grotwoningen, rotstekeningen en de met stenen geplaveide paden door de bergen.

Mogelijk waren de Canarische Eilanden al bekend bij de Feniciërs en de Grieken. De Genuaanse ontdekkingsreiziger Lancelotto Malocello bereikte de archipel in 1312 en verbleef daar twee decennia totdat hij werd verbannen na een opstand van de oorspronkelijke bewoners.

In 1404 begonnen de Spanjaarden met de verovering van de eilanden. Al in 1405 gingen ze bij Santa Cruz aan land. Toch duurde het nog tot 1493 voordat na vele bloedige veldslagen het verzet van de oorspronkelijke bewoners was gebroken. De uiteindelijke veroveraar van La Palma was Alonso Fernández de Lugo. Hij versloeg de laatste koning van het eiland, genaamd Tanausu, door een list. Deze koning heerste over een gebied dat bekendstond als Acero (Caldera de Taburiente). Samen met Juan de Palma, een tot het Christendom bekeerde Guanche en tevens naaste van Tanausu, organiseerde de veroveraar een vredesverdrag met de koning. Nadat Tanausu met dit verdrag had ingestemd werd hij in een hinderlaag gelokt. Na de verovering van La Palma zijn de oorspronkelijke bewoners verdwenen. Ze zijn ofwel vermoord, verkocht als slaven of opgenomen in de Spaanse bevolking.

In de twee eeuwen volgende op de verovering door de Spanjaarden werden de nederzettingen op La Palma welvarend doordat het eiland als handelspost diende voor de Nieuwe Wereld. Ook trok het nieuwe bewoners aan. Er zijn mensen naar La Palma geïmmigreerd vanuit onder andere Castilië, Portugal, Majorca en Catalonië.

Geschiedenis Gran Canaria

Het eiland werd vanaf 3000 v.Chr. bevolkt door de Guanchen. Zij noemden het Tamarán. Spanje veroverde het in de 15e eeuw, tijdens het bewind van de Reyes Católicos (de katholieke koningen, Isabella I van Castilië en Ferdinand II van Aragon). Door het verzet van de oorspronkelijke bewoners hadden de Spanjaarden vijf jaar nodig om het volledige eiland te veroveren. In 1478 werd door Juan Rejón de stad Las Palmas de Gran canaria gesticht, de eerste plek van Gran Canaria die in Spaanse handen kwam. Gran Canaria werd volledig ingelijfd en onder gezag van de Kroon van Castilië gebracht onder Pedro de Vera, die in 1483 de verovering, door Juan Rejón begonnen, voltooide.

De stad Las Palmas groeide uit tot een belangrijke haven voor schepen die onderweg waren van Europa of Afrika naar Amerika. Ook ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus maakte op Gran Canaria een tussenstop. Het bekende Columbushuis, Casa de Colon, in Las Palmas herinnert hieraan. Het eiland kende in de 17de en 18de eeuw een bloeitijd door handel in suiker en wijn en later werd vooral de bananenteelt belangrijk voor het eiland. Vanaf het begin van de 19de eeuw ging het een stuk slechter met de economie en vertrokken veel eilandbewoners richting Zuid-Amerika. Met de opkomst van het toerisme in de jaren 60 leefde de economie van Gran Canaria weer op.